zaterdag 28 november 2009
















Als we het eiland Sal naderen ervaren we hetzelfde als bij het naderen van de Marokkaanse kust. Tot op 3 km geen idee waar we naar toe varen. Het hele eiland ligt verstopt in een dichte nevel. Het Afrikaanse zand is de oorzaak. In no time is de boot ook bedekt met een dikke laag roodbruin zand.
Er staat een forse wind met behoorlijke uitschieters. Windkracht 6 tot 7. Opletten dus.
De haven is alleen om te ankeren en dat lukt pas na 5 keer. Aangezien het op de hand moet heeft Karel een zware klus te klaren die door mensen op de andere boten nauwlettend gevolgd wordt. Aanwijzingen volgen alom en dat helpt niet echt.. Er is een enorme swell in de haven en deze ligt bovendien vol met boten. Erg weinig plek en erg lastig om tussen al die boten een plek te vinden waarbij je niet in de ankers vaart van de andere schepen.
Met behulp van een `bootboy` lukt het uiteindelijk en hebben we een fantastisch plekje.

Deze bootboy assisteert ons de verdere dag met inklaren, uitleg over de mogelijkheden van douchen en waar boodschappen te halen. Aangezien we nog niet weten of we hier blijven liggen maken we gebruik van zijn service om van boord gehaald en teruggebracht te worden.
We willen uit eten en melden dit aan bootboy `Grillo` die ons samen met een Belgisch stel naar een restaurant brengt en vervolgens zonder iets aan ons te melden zichzelf uitnodigt op onze kosten. We zijn stomverbaasd als hij bij ons aan tafel aanschuift maar zeggen geen van allen iets.. Het is een gezellige jongen die 5 jaar gevaren heeft voor charterbedrijf op een groot zeiljacht en rond de Middelandse zee heeft gevaren en behoorlijk wat talen spreekt. Van zijn verdiensten heeft hij een boot en motor gekocht en verdient nu zijn geld als bootboy-regelaar. Als menu regelt hij voor ons een combinatie van visgerechten maar alles is rauw en gemarineerd. Ziet er heerlijk uit maar ik ben zelf geen liefhebber van rauwe vis en bestel dus toch maar iets anders.
Na afloop trakteert Grillo nog op een speciaal drankje maar als we weggaan moeten we dit ook zelf betalen en natuurlijk ook het zijne. Het lijkt erg brutaal maar de wijze waarop het gebeurde had ook iets heel aparts en zeker het feit dat we er geen van allen echt aanstoot aan namen en het gewoon lieten gebeuren, er ook van genoten. Bovendien is het een zeer charmante persoonlijkheid.

De volgende dag verkennen we het eiland. We maken gebruik van de minibusjes die continu rijden. Voor 50 eurocent zitten we in het volgende dorp Espargos en voor 1 euro in het derde dorp Santa Maria. Dit klinkt erg goedkoop maar is voor vele inwoners met een aantal kinderen niet te betalen en die lopen steeds heen en weer. Het eiland is erg rustig en buiten deze dorpen is er niets. Een beetje toerisme in Santa Maria met wat toeristische mogelijkheden als excursies: schildpadden watchen in de nacht, safari en kite en windsurfen is specialiteit. Het is in onze ogen een echt Afrikaans eiland. Veel visserij en we kopen aan de wal vis die net geslacht is. De mensen zijn ontzettend vriendelijk en het is erg gezellig. Water wordt bij een gebouwtje gehaald en velen dragen de tonnen op hun hoofd. Ook lopen er veel verkoopsters van fruit en groenten op straat met manden op hun hoofd en in kleurige kleding.
Groente en fruit is hier slecht te krijgen en vaak erg rottig en verlept. Terug met het busje stapt een verkoopster van tomaten in en hier kopen we nog een pond tomaten. Vers van de pers. Als ze niet genoeg wisselgeld heeft betaald ze met extra tomaten.
Het kroegje aan de haven is een gemeenschapsplaats van velen. Voor een euro kan je een koud biertje kopen en velen maken hiervan gebruik. Je betaalt met escudo’s of euro’s de wisselkoers is hier hetzelfde. Gemakkelijk dus.

Er is veel contact met andere zeilers en we wisselen ervaringen uit. Een jong Hollands stel komt naar ons toe om kennis te maken en dit geeft veel gezelligheid. Zij hebben alles achtergelaten en varen nu 4 jaar de wereld rond. Eigenlijk allen hier vertrekken binnen een maand naar de overkant en het is heel opvallend dat de bootmaat die hier ligt erg klein is. Net als ons en het zijn ook voornamelijk oudere schepen.

Als we wakker worden gaan we eerst een half uur zwemmen en hebben op deze wijze gedoucht. Steeds meer maken we gebruik van zout water en hoewel ik me nog af en toe naspoel is het voor mij oke. Ook de afwas doen we met zout water en wassen van kleding ook. Wel spoel ik dit na met 1 x zoet. Zo worden we steeds gemakkelijker en hebben minder zoet water nodig wat allemaal gehaald moet worden bij de fontein.

We hebben inmiddels de bijboot in het water en kunnen nu op eigen gelegenheid naar de wal.
We hebben het plan hier te blijven tot maandag 30 november, uitrusten en het doen van de laatste klussen.
De windvaan helemaal schoonmaken en in de olie zetten schijnt te helpen. Ook leggen we contact met een bedrijf op het eiland St Vicente waar we hopelijk een extra stuurautomaat kunnen aanschaffen.

In ieder geval heb ik besloten om mee te gaan naar de overkant en daar is Karel wel erg gelukkig mee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten